Inkomensregelingen
Vidar
Wsw
In het kader van het formeel werkgeverschap voor de Wsw-medewerkers is besloten om een gemeenschappelijke regeling op te richten. Voor dit onderdeel is een separate ontwerpbegroting en meerjarenraming GR Wsw Vidar vormgegeven waarin het negatief subsidieresultaat, bijdrage in overig resultaat en de Wsw subsidieverlening verwerkt is. De meest recente begrotingen zijn in de gemeenteraad van gemeente Stein in mei 2021 vastgesteld. In de voorliggende begroting zijn geen financiële afwijkingen ten opzichte van de vastgestelde begrotingen in mei 2021 aangebracht.
Bijdrage Vidar
Deze component gaat over de bijdrage die de gemeente Stein moet betalen aan de centrumgemeente Sittard-Geleen voor de uitvoering van de activiteiten die vastgelegd zijn in de centrumregeling en dienstverleningsovereenkomst. Deze component bestaat uit de bijdrage aan loonkosten en overhead. De uitvoeringskosten zijn behoudens het verwerken van indexatie op vergelijkbaar financieel niveau gebleven. Vanuit Vidar is in verband met autonome ontwikkelingen en bedrijfsvoeringsaspecten vanaf 2022 meerjarig een aanvullende bijdrage in uitvoeringskosten gevraagd. Hierover zal de komende periode eerst op bestuurlijk niveau overleg plaatsvinden.
In het afgelopen jaar is Vidar erin geslaagd om steeds meer mensen met een Participatiewetuitkering (hierna te noemen P-medewerkers) passende arbeid te bieden en daarmee te investeren in hun arbeidsvermogen en, in het verlengde, hun welzijn. Binnen de activiteiten van de BV is binnen 1 jaar hun aantal toegenomen, waarmee een belangrijke doelstelling van Vidar tot uitdrukking komt: het bieden van passende arbeid. Ondanks dat deze ontwikkeling leidt tot minder uitkeringen voor de deelnemende gemeenten nemen de kosten voor de BV toe.Voor de gemeente Stein betekent dit naar verwachting een meerjarig nadelig financieel effect van € 163.000 per jaar. De verklaring daarvoor is dat deze P-medewerkers veelal op posities komen van Sw- medewerkers, waarvan de loonkosten voor Vidar aanzienlijk lager zijn, vanwege de rijksontvangsten voor Sw- loonkostensubsidie. Voor gemeenten betekent deze ontwikkeling minder mensen in een uitkering (ofwel lagere programmakosten). De gemeente Stein blijft zich inzetten voor het realiseren van de inhoudelijke (schaarbeweging) en financiële uitgangspunten zoals verwoord in het dienstverleningsconcept Vidar. Vanaf kwartaal 3 van 2021 zal er de KPI 'doelmatigheig' worden geïmplementeerd , waardoor er betere monitoring en waar mogelijk sturing aan gegeven kan worden.
Programmakosten gemeente Stein
In de begroting van de gemeente Stein zijn middelen opgenomen aangaande de programmakosten (bijvoorbeeld algemene bijstand en bijzondere bijstand). In 2021 zien we én in 2022 verwachten we een (substantiële) stijging van de programmakosten. De belangrijkste verklaring voor deze stijging is de coronacrisis. Overige redenen zijn: toename bewindvoeringskosten, harmonisatie van beleid en een verhoogde taakstelling statushouders (inrichtingskosten). We verwachten dat de programmakosten gedurende of na 2022 dalen. Dit is echter afhankelijk van de effecten van de Coronacrisis, de reguliere instroom in de sociale zekerheid en het al dan niet behalen van de inhoudelijke (‘schaarbeweging’) en financiële uitgangspunten zoals verwoord in het dienstverleningsconcept Vidar.
Dit zal worden gemonitord en via (kwartaal)rapportages worden bewaakt, zodat er waar mogelijk tijdig gestuurd kan worden op de ontwikkelingen en trends.
We vangen de benodigde bijstelling van de programmakosten voor 2022 enerzijds op via een bijstelling van de BUIG-uitkering. Anderzijds wordt er voorgesteld om de door het Rijk beschikbaar gestelde coronamiddelen uit de corona-reserve aan te wenden om deze extra instroom binnen de P-wet te kunnen opvangen (€ 267.000). Vanaf 2023 kan deze bijstelling volledig opgevangen worden met de bijstelling van de BUIG-uitkering. Dit betekent dat de bijstelling voor de programmakosten budgettair neutraal wordt verwerkt in de begroting vanaf 2023 en voor 2022 er voor een gedeelte een onttrekking van € 267.000 aan de corona-reserve benodigd is. Monitoring van het aantal verstrekte uitkeringen blijft hier zeer van belang om te kunnen anticiperen op de ontwikkelingen. We gaan op basis van doelmatigheid ook sturen vanaf kwartaal 3 binnen Vidar.
Samenvattend betekent dit dat deze 3 componenten een nadelig effect hebben op de begroting 2022 voor een bedrag van structureel € 163.000. Tevens wordt voorgesteld voor 2022 een bedrag uit de corona-reserve te onttrekken van € 267.000 .